Inmiddels zijn we toe aan de derde nevenoefening: de gevoelsoefening.
Neem je gevoelens waar, houd heftige reacties tegen en versterk de subtiele. Deze oefening voer je niet uit met een vast voorwerp of op een vast tijdstip, maar gedurende een of enkele toevallige gebeurtenissen op de dag. Tijdens iets wat je overkomt, richt je je aandacht op je gevoelens. Dit kan op dat moment zelf zijn of later.
Als je met de oefening begint, vallen misschien niet echt heel veel gevoelens op. In de loop van vier weken blijken er steeds meer te zijn, zowel positieve als negatieve, zowel heftige als zwakke. Het kan helpen om aan het eind van de dag je gevoelens in kaart te brengen door deze op te schrijven.
Een voorbeeld: Wanneer ik op straat in de rug word geduwd, zijn mijn gevoelens boosheid, irritatie of angst. Als ik echter zie dat degene die mij aanraakte blind is, begrijp ik dat hij er niets aan kon doen. In het verlengde daarvan kan de gedachte opkomen dat mensen “blind” kunnen zijn voor wat ze doen en geen vervelende bedoeling hadden. Ik kan dan neutraler staan tegenover wat me overkomt, en mijn reacties en gevoelens zullen daardoor veranderen. Ze worden gelijkmatiger of duren minder lang.
Het doel van de oefening is dat je je bewust wordt van welke gevoelens je hebt door ze regelmatig waar te nemen. Ook is het belangrijk om te observeren hoe je gedachten je gevoelens en je beleving ervan beïnvloeden. Hoe dichter je bij de waarneming kunt blijven, hoe minder gevoelens met je op de loop gaan.
(Bron: Tom van Gelder, De 6 nevenoefeningen van Rudolf Steiner)
De derde nevenoefening: Gevoelsoefening – kalmte in het gevoel, gelijkmoedigheid.
Lees ook:
-
De vijfde oefening: onbevangenheidsoefening – openheid voor het andere
Hou altijd de mogelijkheid open dat je iets nieuws kunt ervaren en hou er rekening mee dat nieuwe ervaringen oude kunnen weerspreken. In deze oefening gaat het erom dat je onbevangenheid stimuleert. Hoe meer kennis en vaardigheden je hebt, hoe moeilijk het is om onbevangen te zijn, hoe minder open je bent oor nieuwe indrukken. […]
-
De zesde oefening: oefening van innerlijke harmonie – scheppen van evenwicht
Oefen de vorige vijf oefeningen apart en in verschillende combinaties naar behoefte, zodat er harmonie tussen denken voelen en willen ontstaat. De voorgaande oefeningen hadden de afzonderlijke ontwikkeling van de ziele-eigenschappen ten doel; de controle over het denken en handelen, de gelijkmoedigheid ten opzichte van lief en leed, positiviteit en het beoordelen van de wereld […]
-
De vierde nevenoefening: Positiviteitsoefening – waarnemen vanuit het positieve.
Het is tijd voor de vierde nevenoefening: de positiviteitsoefening. In veel situaties zie je vaak het negatieve en het minder aantrekkelijke heel scherp. Deze oefening heeft als doel om altijd iets positiefs te ontdekken, zonder het negatieve te ontkennen.